fbpx

Inspiratie voor zelfstandigen in bijberoep

Beroepskosten voor zelfstandigen in bijberoep

Beroepskosten voor zelfstandigen in bijberoep

Als zelfstandige in bijberoep kies je meestal voor een eenmanszaak. Dit houdt in dat jijzelf eigenlijk het bedrijf bent en verantwoordelijk bent voor alles. Net zoals je beroepsinkomen als bediende of arbeider zal ook dit inkomen belast worden in de personenbelasting. Deze belasting zal berekend worden op je netto beroepsinkomen: dit zijn je ontvangen beroepsinkomsten verminderd met de beroepskosten. Op de winst dus! Dit betekent dat hoe meer beroepskosten je kan inbrengen, hoe lager het bedrag is waarop je belastingen worden berekend.

Als zelfstandige in bijberoep zal je dus al vast en zeker gehoord hebben over de term “beroepskosten”. Maar voor velen is het vaak enorm onduidelijk waarvoor ze dienen en wat er nu wel of niet onder beroepskosten vallen. Met dit artikel hopen wij jou hier meer duidelijkheid over te geven 😉.

Wat zijn beroepskosten?

Beroepskosten zijn de kosten die verband houden met het beroep van professional. Ze kunnen bijvoorbeeld bestaan uit werkmateriaal, je computer, lidmaatschapsgelden, abonnementen en conferentiekosten, etentjes en drankjes met een potentiële klant.  Ze bestaan ook uit zaken zoals kosten voor permanente educatie en training. Het kan ook de inrichting van je nieuwe bureau, magazijn of winkel zijn.

Welke kosten kan je maken als zelfstandige in bijberoep?

Wat beroepskosten zijn zal voornamelijk afhankelijk zijn van het type activiteit die je gaat uitvoeren.

Sommige kosten zal je niet 100% kunnen aftrekken als beroepskosten.

Je zal bijvoorbeeld als zelfstandige in bijberoep al snel nood hebben aan zaken zoals een gsm, computer, printer, internet-en gsm-abonnement. Aangezien je deze zaken nodig hebt om je activiteit te voeren, zal je deze dan ook kunnen inbrengen als beroepskosten. Of je ze volledig kan aanmerken als beroepskosten hangt af van de vraag of je deze zaken ook gebruikt in je privéleven. Zo zal je ze voor 100% als beroepskosten kunnen inbrengen indien ze puur beroepsmatig gebruikt worden en slechts voor een bepaald percentage wanneer je ze ook gebruikt in je privéleven. Bij het laatste zal je dus moeten berekenen hoeveel procent van de tijd je iets beroepsmatig en privé gebruikt. Hetzelfde principe geldt ook voor bijvoorbeeld het gebruik van een auto en de brandstofkosten. Daarbij zijn er echter twee beperkingen: het % van gebruik voor de zelfstandige activiteit en er is een bijkomende beperking afhankelijk van het type brandstof en de CO2 uitstoot van de wagen.

Belangrijk hier ook bij te vermelden is dat je ook je werkruimte thuis mag aftrekken als beroepskost. Dit is vooral handig om te weten voor startende zelfstandigen in bijberoep, die vaak hun activiteit starten en uitbreiden in hun eigen huis. Je zal dan bijvoorbeeld zaken als meubilair, kantoorartikelen, verwarming elektriciteit kunnen aftrekken als beroepskost. Om dit te berekenen, zal je moeten kijken naar hoeveel procent van je huis jouw werkruimte inneemt.

Sommige zaken zijn echter overduidelijk kosten die puur gemaakt zijn om je activiteit uit te voeren. Denk maar aan boekhoudkosten, drukwerk, software, cursussen… Deze kunnen dan ook volledig ingebracht worden als beroepskosten.

Wat is het verschil tussen werkelijke beroepskosten en forfaitaire beroepskosten?

Je zal vast en zeker wel al gehoord hebben over “werkelijke” en “forfaitaire” beroepskosten. Maar wat is het verschil precies tussen de twee?

Werkelijke beroepskosten houdt in dat je aan de fiscus zal moeten bewijzen dat je deze kosten effectief gemaakt hebt en dat je ze ook zelf betaald hebt.

Forfaitaire beroepskosten houdt in dat de fiscus een standaardbedrag zal toepassen. Deze ligt gewoonlijk tussen de 2.000 en 3.000 euro. Onder de forfaitaire beroepskosten vallen alle beroepskosten die je maakt als zelfstandige in bijberoep. Aangezien het om een vast bedrag gaat, betekent dit dat je de kosten niet zal moeten aantonen aan de fiscus.

Weet je niet goed welke van de twee je moet kiezen? Geen zorgen. De fiscus zal ervoor zorgen dat het meest voordelige voor jou in aftrek genomen zal worden. Je kunt echter de werkelijke beroepskosten en kostenforfait niet combineren, je zal er dus één moeten kiezen. Het is echter wel mogelijk om het ene jaar je werkelijke kosten te bewijzen en een ander jaar kiezen voor een kostenforfait.

Ik zou jullie toch sterk aanraden om in bijberoep voor de werkelijke beroepskosten te gaan en zo de belastingen die je betaalt zoveel mogelijk te verminderen. In een ander blogartikel zullen we het nog hebben over hoe de personenbelasting berekend wordt.

Lees ook: 9 voordelen van een bijberoep

Werkelijke beroepskosten

Wat zijn de voorwaarden?

Er zijn enkele voorwaarden opdat je een kost mag aftrekken als beroepskost. Een bepaalde kost mag je in aftrek nemen als beroepskost indien:

  • Deze kost gemaakt werd om een belastbaar inkomen te verwerven
  • Je betaalt ze of draagt ze in het jaar dat je ze in aftrek wilt nemen
  • Je kunt deze bewijzen met bewijsstukken (facturen, ontvangstbewijzen, onkostennota’s, contracten, btw-bonnetjes…). Je moet deze 7 jaren bijhouden.

Beperkte of gedeeltelijke aftrekbare kosten

Sommige kosten zijn niet volledig aftrekbaar. Hieronder zijn enkele voorbeelden:

  • Autokosten kan je aftrekken als beroepskost ten belope van het gedeelte dat je gebruikt voor professionele doeleinden. Bijkomend dien je rekening te houden met het type brandstof en de CO2 uitstoot van de wagen. 
  • Relatiegeschenken kan je ook inbrengen als beroepskost voor 50% (mits ze een waarde lager dan 125 € hebben). Als je bijvoorbeeld een fles wijn voor je klant koopt om hem te bedanken, kan je dit als beroepskost aanmerken.
  • Restaurantkosten kan je aftrekken als beroepskost voor 69%, indien je deze natuurlijk maakt voor je professionele doeleinden. Dit betekent dat een restaurant-etentje met je klant als beroepskost ingebracht kan worden, maar een diner met je moeder om Moederdag te vieren niet 😉
  • Zoals reeds eerder vermeld kan je kosten (elektriciteit, brandverzekering, onroerende voorheffing, …) voor de werkruimte in je woning aftrekken als beroepskost, ten belope van het percentage van de woning die gebruikt wordt voor je activiteit als zelfstandige in bijberoep.

Volledige aftrekbare kosten

Er zijn echter ook kosten die volledig aftrekbaar zijn. Hieronder enkele voorbeelden:

  • Werkkledij kan je volledig aftrekken als beroepskost, aangezien het puur gebruikt wordt in kader van je activiteit als zelfstandige in bijberoep. Onder werkkledij verstaat de fiscus wel kledij die men niet privé kan gebruiken. Een mooi jasje of jeans die je gebruikt om klanten te bezoeken wordt niet aanvaard als beroepskost.
  • Vakliteratuur is literatuur die je nodig hebt om je kennis uit te breiden om je activiteit als zelfstandige beter te kunnen uitvoeren. Boeken of tijdschriften voor ontspanning zullen dus hier niet onder vallen.
  • Allerhande materiaal afhankelijk van je activiteit
  • Zakelijke telefoonkosten
  • Studiekosten die je maakt om je vakkennis met betrekking tot je activiteit uit te breiden.

Gemengde beroepskosten

Sommige zaken gebruik je zowel voor professionele als privédoeleinden. Denk maar bijvoorbeeld aan een gsm, computer, printer, internet-en gsm-abonnement.

Niet-aftrekbare kosten

Sommige zaken zijn niet aftrekbaar als beroepskost. Dit gaat om kosten die puur privé zijn of die te maken hebben met geldboetes of belastingen.

Investeringen

Kosten die je maakt voor zaken die je over meerdere jaren zal gebruiken, zoals de aankoop van een gebouw als kantoor, kantoormateriaal, voertuigen, machines, IT-materiaal, inrichting van je zaak… worden aangemerkt als investering. Investeringen worden gezien als beroepskosten, maar je dient de kost te spreiden over meerdere jaren.

Het % dat je jaarlijks in kost neemt, is afhankelijk van de gebruiksduur:

  • Kantoor en gebouwen: 3%
  • Industriële gebouwen: 5%
  • Meubilair en machines: 10%
  • Voertuigen: 20%
  • Klein materiaal: 33%

Forfaitaire beroepskosten

Indien je kiest voor forfaitaire beroepskosten, dan zal er een standaardbedrag tussen de 2.000 en 3.000 euro gehanteerd worden door de fiscus. Hieronder vallen dan alle hierboven genoemde beroepskosten die je maakt in kader van je activiteit. Je zal bij het wettelijk forfait geen kosten moeten aantonen aan de fiscus.

De forfaitaire beroepskosten bedragen voor het aanslagjaar 2022 en voor de inkomsten uit 2021 maximum 4.920 euro, en voor het aanslagjaar 2023 en voor de inkomsten uit 2022 maximum 5.040 euro.

Op de website van de Belgische overheid vind je hoe deze berekend worden.

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

On Key

Anderen vonden dit ook interessant:

Student-zelfstandige worden?

Starten als student-zelfstandige?

Je studie combineren met ondernemerschap? Dat kan! In deze blogpost ontdek je hoe je als student een vliegende start maakt als student-zelfstandige. We delen praktische